Interview in mijn atelier
Voor de nieuwsbrief van Stichting Ateliers Maastricht ben ik geïnterviewd door Rick van de Linden:
Een portret van Nathalie Brans

Nathalie in haar atelier
Wie zijn toch eigenlijk al die kunstenaars en vormgevers die via SAM een atelier hebben? Wat doen ze, wat maken ze en wat drijft ze? In de serie Achter de deur van… belicht SAM de komende tijd een aantal van deze creatieve geesten.
Achter de deur van… Nathalie Brans (1968) – Beeldend kunstenaar
Tekst en foto’s: Rick van der Linden
Er is weinig in het ateliergebouw aan de Kasteel Kessenichstraat dat herinnert aan de vroegere functie van houtwerkplaats. De kleuren en materialen in het atelier van Nathalie Brans, achterin het gebouw en grenzend aan een kleine binnentuin, zijn zacht en ingetogen. Op de achtergrond klinkt subtiel het geluid van een instrumentaal muziekstuk, het licht wordt gefilterd door een half-transparant gordijn en het geheel voelt als een sereen universum, ver weg van de drukte van de stad.
Wie ben je en wat doe je?
Ik ben Nathalie en ik ben beeldend kunstenaar. Ik werk voornamelijk met foto’s, papier en textiel, vaak in combinatie met elkaar. Ik ben veel bezig met licht en beschouw het ook echt als materiaal in mijn werk. De zon, de maan en de kosmos zijn centrale thema’s in mijn werk, en licht is hetgeen dat alles met elkaar verbindt.
Kantelpunt

Aan de wand hangt een werk dat letterlijk en figuurlijk tot stand is gekomen met licht van de zon
Hoe ga je te werk?
Mijn projecten beginnen meestal heel breed met talloze zijwegen die ik bewandel. In dat stadium kan ik mezelf echt overvoeren met beelden en teksten. Een idee kan zich als een inktvlek uitbreiden en dat moet ik uiteindelijk terugbrengen naar een essentie. Meestal is er een kantelpunt, een moment dat alles helder wordt. Toch heb ik dat brede nodig om uiteindelijk een richting of focus te kunnen definiëren.
Ik vind het heel fijn om met mijn handen te werken. De meeste voldoening haal ik uit het maakproces. Repetitie vind ik prettig, ik vind het niet erg om met duizend steekjes een werk aan elkaar te naaien. Dat proces van herhaling geeft rust, vooral als ik niet bezig ben met wat het uiteindelijk moet worden.
Wat is jouw achtergrond?
Ik ben geboren en getogen in Maastricht. Begin jaren ’90 ben ik afgestudeerd aan de Academie Beeldende Kunsten in de richting Plastische Vormgeving. Tijdens mijn studie werkte ik voornamelijk met harde materialen als keramiek, metaal en steen. De materialen die ik tegenwoordig gebruik zijn een stuk zachter. Toch werkte ik toen ook al vanuit dezelfde romantische stroming en de nietigheid van de mens tegenover de natuur.
Het feitelijke en het ongrijpbare

Prikbord met inspiratiebeelden
Heb je een favoriet kunstwerk of een favoriete kunstenaar?
Louise Bourgeois vind ik een interessante kunstenaar. Ze werkte met veel verschillende materialen en technieken en was op hele hoge leeftijd nog actief. Ook wist ze het persoonlijke op een bijzondere manier in haar werk te integreren, het maken van kunst was echt therapie voor haar.
Dat persoonlijke inspireert me en tegelijkertijd werk ik heel anders. Hoewel mijn fascincaties als een rode draad door mijn projecten lopen, voel ik niet de behoefte om mezelf centraal te stellen.
Wat inspireert je?
Ik ben geïnteresseerd in wetenschap en wetenschappers, bijvoorbeeld Isaac Newton. Hij leefde in een tijd waarin het onderscheid tussen wetenschap en alchemie nog niet eenduidig was. Uiteindelijk zoek ik in mijn werk ook naar een soortgelijke balans tussen het feitelijke en het ongrijpbare.
Waar ben je nu mee bezig?
Ik heb een telescoop die ik gebruik om foto’s te maken van de zon en de maan. Een tijd geleden ben ik gestart met het omzetten van die foto’s in prenten. Ik heb een etspers in bruikleen waarmee ik kan experimenteren met verschillende materialen en afbeeldingen.
Mistig

Drie collages, een combinatie van cyanotypie en draadjes, in ronde lijsten
Wat is je droomproject?
Een reis naar het buitenland om werk verder te ontwikkelen blijft een droom. Het idee dat je voor een langere periode alleen maar bezig bent met je eigen project. Ik heb tot nu toe vier grote werkreizen gemaakt; naar Canada, Oostenrijk, de V.S. en IJsland. Scandinavië blijft een wens op mijn lijstje. Ik houd oproepen voor artist-in-residence-projecten in de gaten, maar een concrete kans heeft zich nog niet voorgedaan.
Wat is je meest belangrijke gereedschap, waar kun je echt niet zonder?
Het eerste waar ik aan denk is het licht van de zon. Dat was ook onderdeel van mijn project in IJsland, het land dat ik bezocht voor het spectaculaire landschap maar ook zeker voor het karakteristieke noordelijke licht.
In IJsland wilde ik lichtgevoelige plaatjes belichten in de zon. Het gebruik van natuurlijk licht is altijd onzeker, want in IJsland was het vaak mistig en zat ik op een plek waar op dat moment weinig zon was. Dat is iets wat je van tevoren niet kan plannen.
Verrassende uitkomst

Een boek over het planetarium van Eise Eisinga
Wat is het beste advies dat je ooit gekregen hebt?
In de biografie van Buckminster Fuller staat iets in de trant van ‘mislukte projecten bestaan niet, wel projecten met een verrassende uitkomst’. Ik denk hier vaak aan, vooral als ik vind dat een project niet de gewenste uitkomst heeft. Sowieso had Fuller een interessante manier van denken. Hij hield zich al in de jaren ’50 bezig met het opraken van onze natuurlijke hulpbronnen, in een tijd waarin hij een van de weinigen was.
Tot slot, wat betekenen SAM en deze werkruimte voor jou?
Na mijn afstuderen heb ik altijd een atelier gehad. Ik vind het fijn om buitenshuis te werken. Hier heb ik de minste afleiding en het is de plek waar al mijn werk uiteindelijk ontstaat. Ik zit al ruim 10 jaar op deze locatie, ik kan er in afzondering werken, maar ook het gezelschap van mijn buren opzoeken als ik behoefte heb aan een praatje. Die balans is ideaal.